Dat Franny, Jet en Vincent Owens anders zijn dan hun leeftijdsgenootjes, ontdekken zij al op jonge leeftijd. Hun ouders proberen angstvallig te voorkomen dat zij hun ware aard leren kennen, maar een bezoek aan hun tante in Massachusetts leert hen dat ze afstammelingen zijn van een driehonderd jaar geleden ter dood veroordeelde heks. Ze leren gebruik te maken van hun krachten, maar leren ook dat er een vloek op de familie rust die het gevaarlijk maakt om verliefd te worden. Dit ondervinden ze aan den lijve wanneer het noodlot toeslaat en ze niet anders kunnen dan omarmen wie ze zijn, met alle gevolgen van dien. Het verhaal neemt de lezer mee naar New York in de jaren zestig en beschrijft het leven van het drietal vanaf hun prille jeugd tot aan hun oude dag. Een meeslepend en aandoenlijk verhaal dat je niet weg wil leggen. Taboes worden belicht en ook de nodige tegenslagen komen aan bod. Het boek is opgedeeld in zes delen, die ieder een belangrijke kentering in het verhaal aanduiden. Een mooie roman met een vleugje magie om de lezer in vervoering te brengen. Vervolg op 'Magische praktijken'*. Hoewel later geschreven, speelt dit verhaal zich eerder af. Verberg tekst